‘Geef nooit op’

Hij werd in december 2016 door The Other Network uitgeroepen tot The Other Manager 2016. Mashad Bani-Aman (45), senior consultant bij Accenture, is een voorbeeld van een vluchteling die succesvol is geïntegreerd in Nederland. ‘Mijn advies is: geef nooit op.’

Op zijn dertiende vluchtte Mashad Bani-Aman van Iran naar Turkije. Alleen. Het gezin waaruit hij kwam was door oorlog uiteengescheurd. Nog net geen zeventien vluchtte hij naar Nederland. Hij woonde drie maanden in een azc en kwam daarna in een Amsterdams pleeggezin terecht. Na een intensieve taaltraining startte hij in de eersteklas van het vwo. Met hulp van de directeur van de school en een leraar Nederlands slaagde hij erin om in één jaar door te stomen naar vwo-5. Op zijn twintigste behaalde hij zijn diploma en ging hij informatica studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Later behaalde hij een MBA aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Inmiddels is hij 45. Hij is ondernemer geweest en heeft verschillende banen gehad. Nu werkt hij als senior manager bij Accenture, een adviesbureau op het gebied van strategie, consultancy, digital, technologie en operations. Eind van dit jaar hoopt hij partner te worden. The Other Network, een businessclub voor succesvolle, cultureel diverse professionals die geloven in de kracht van diversiteit, riep hem uit als The Other Manager 2016.

Coach en rolmodel
‘Hoe ik zo ver ben gekomen? Ik denk doordat ik het maximale uit mijn leven wil halen, ook al moest ik het alleen doen. De combinatie van de beste willen zijn en zelfdiscipline hebben, daar kom je heel ver mee. Op cruciale momenten heb ik hulp gehad van mensen die vertrouwen in mij hadden, maar wat ik echt gemist heb, is een rolmodel of coach die me raad had kunnen geven, bijvoorbeeld over mijn studiekeuze. Als ik het over zou kunnen doen, zou ik econometrie gaan studeren. Maar er was niemand die het daar met mij over had.’ Daarom probeer ik nu zelf een coach en rolmodel te zijn voor jonge vluchtelingen. Ook binnen Accenture. In de top van ons bedrijf zitten relatief weinig mensen met een niet-Nederlandse afkomst. Als ik straks partner ben, kan ik laten zien dat het mogelijk is om dat te bereiken.’

Op het moment dat we ons als slachtoffers gedrágen, vóelen we ons ook echt slachtoffer

‘Door een paar goede coachinggesprekken kun je mensen jaren vooruit helpen. Ik vertel hen bijvoorbeeld wat mijn basisprincipes zijn. De eerste is: doe elke dag je best. De ene dag kan goed zijn, de volgende dag slecht, maar blijf elke dag je best doen om er een mooie dag van te maken. Mijn tweede basisprincipe is: verloochen je afkomst niet, geloof in jezelf. Ik kom uit Teheran, mijn vader was arts, mijn moeder onderwijzeres en ik heb drie broers en zussen.’

Zelfvertrouwen
Een vluchteling moet zich vaak meer bewijzen dan iemand die in het land zelf is geboren. ‘Mensen hebben nu eenmaal onbewuste vooroordelen over migranten en zwarten. Ik zeg altijd: laat zien wie je bent. Als je niet veel zelfvertrouwen hebt, bluf dan maar een beetje. Dan komt dat zelfvertrouwen namelijk vanzelf. Fake it till you make it. En als je een keer onderuit gaat, sta gewoon weer op. Als iemand klaagt, zeg ik: wat heb je nodig om verder te komen of je volgende stap te maken? Op het moment dat we ons als slachtoffers gedrágen, vóelen we ons ook echt slachtoffer. Het is een selffulfilling prophecy. Daarom: doe je best en geloof in jezelf. Dan zal je zien dat je kunt bereiken wat je wil. Mijn advies is simpel: geef nooit op.’ ‘Ik ben me in de afgelopen dertig jaar echt Nederlander gaan voelen. Als ik na een reis terugkom op Schiphol, ben ik weer thuis. Waarschijnlijk zal ik nooit zonder accent Nederlands spreken, maar dat geldt ook als ik Perzisch of Engels spreek. Ik ben hier gesetteld en geïntegreerd. Ik accepteer de tradities en ik word geaccepteerd zoals ik ben. De bottom-line is dat mensen elkaar in hun waarde laten, inclusief de diversiteit die daarbij hoort.’

Bron: SERmagazine, februari 2017
Tekst: Corien Lambregtse
Foto: Christiaan Krouwels